Latijns-Amerika magazine.
 

Pelo Malo: opgroeien met slecht haar in Venezuela

24-03-2014 door Ruby Sanders

Junior is negen jaar en woont met zijn kleine broertje en alleenstaande moeder in een flat ergens in een arme wijk in Caracas. In het bescheiden en intieme coming of agedrama ‘Pelo Malo’ volgen we Junior tijdens de schoolvakantie, er is niets te doen behalve wat rondhangen in en om zijn flatgebouw. Zijn moeder is ontslagen als beveiliger en kan de eindjes maar nauwelijks aan elkaar knopen en Junior zelf is vooral bezig met de schoolfoto die hij moet laten maken voor het nieuwe schooljaar. Hij wil niets liever dan van zijn weelderige krullenbos stijl haar maken, en met lang sluik haar op de foto. In Venezuela en verder in het Caribische gebied wordt de term pelo malo (‘slecht haar’) gebruikt voor krullend of kroeshaar en op internet en mond op mond worden allerhande tips uitgewisseld om van pelo malo pelo bueno (‘goed haar’) te maken. De knappe Junior is obsessief bezig met zijn krullenbos, niet in de laatste plaats omdat zijn moeder stijl haar heeft en zijn babybroertje ook. Zijn krullen heeft Junior geërfd van zijn overleden (zwarte) vader, die geheel afwezig is in het matriarchale huishouden; alleen in het haar van Junior leeft hij voort. Tussen neus en lippen door wordt duidelijk dat hij zich met foute zaken bezig hield, uiteindelijk met fatale gevolgen. Juniors moeder heeft geen geduld voor zijn ijdeltuiterij uit angst voor ‘verkeerde’ ontluikende seksuele voorkeuren en reageert de afwezigheid van Juniors vader af op haar zoon, die boven alles naar haar goedkeuring hunkert. De enige bij wie Junior terecht kan met zijn interesse in muziek, dans en uiterlijk is zijn oma (van vaders kant), al zijn haar motieven minstens twijfelachtig te noemen.

De strijd met het slechte haar is uiteindelijk vooral een mooie metafoor om het verhaal middels te vertellen. Meer gaat de film over het uitvinden van de eigen identiteit in een multi-etnische samenleving, de moeizame relatie tussen een overspannen en afkeurende moeder en een onzekere, ontdekkende zoon, met op de achtergrond de Venezolaanse hedendaagse realiteit, waarin werk een luxe is en leven vooral overleven betekent. De beperkte wereld waarin het gezin zich beweegt wordt door de ogen van een kind getoond, waardoor er van alles te ontdekken valt en de film een lichtvoetig karakter behoudt. Dit is mooi te zien in een scene waarin Junior met zijn mollige, en toch van een leven als Miss Venezuela dromende buurmeisje ‘ik zie ik zie wat jij niet ziet’ speelt vanuit hun balkon, uitkijkend op tientallen balkons van buren en overburen, allemaal microkosmossen waar weer een eigen verhaal afspeelt.

De film verloopt rustig, maar regisseuse Mariana Rondón weet heel veel in het kleine verhaal te stoppen. Allerlei Venezolaanse karakteristieken worden aangestipt: de obsessie met het (vrouwelijke) schoonheidsideaal, de door missverkiezingen overspoelde televisie, de nationale hysterie tijdens het ziektebed van Chávez, maar ook – wellicht minder bekend – de conservatieve normen rondom seksualiteit, geaardheid en vrouwelijk en mannelijk gedrag.

Veelzeggend zijn de scènes waarin gedanst wordt; niet alleen zijn ze plezierig om naar te kijken, ze vertellen ook veel over de relatie tussen Junior en zijn verschillende danspartners. Dat blijkt wel uit de ongemakkelijke en stijve danssessie met zijn moeder, het vrije Caribean style swingen met oma Carmen en het experimentele dansen wanneer hij alleen is. De hit van Henry Stephen, ‘Mi limón, mi limonero’, blijft nog lang in je hoofd naklinken, en daarmee beklijft, ondanks een zeker niet onverdeeld vrolijk stemmend einde, een positieve noot aan dit bescheiden pareltje uit Venezuela, dat terecht verschillende prijzen won op Europese filmfestivals.

reageren

meer Arte y Comunicación

meer Reseñas

meer Venezuela